Keywords: Pseudo-science, physics, philosophy, language

============ Boekbespreking ============

Verschenen in Skepter 15(3) (2002) pp. 37-38

Bart Koene

Waanwetenschap

De grand old man van de Nederlandse natuurkunde neemt wraak in een boekje waarin hij prietpraat, woordenkraam en kletskoek over kwantummechanica genadeloos fileert, en en passant nog heel wat natuurkunde uitlegt.

Op de voorkant van het boek Waanwetenschap staat Barbirussa, het zwijn waarvan de slagtanden, oorspronkelijk nuttig om te helpen overleven, soms zo groeien dat ze nergens meer goed voor zijn en zelfs in de hersenen doordringen. Dit is een fraai beeld bij het onderwerp van dit boek dat niet gaat over verschijnselen als creationisme, N-stralen, Velikovsky, Lysenko, polywater, koude fusie, astrologie, parapsychologie en UFO's, zoals de auteur zelf opsomt. `Mijn aandacht richt zich op serieuze, of althans serieus bedoelde, wetenschap,' stelt hij in de Voorrede van dit uit 19 hoofdstukken bestaande boek. Het onderwerp van Waanwetenschap is van algemeen belang, want het onderscheid tussen wetenschap en pseudo-wetenschap is politiek en sociaal van vitaal belang en niet slechts een probleem voor een selecte groep geleerden.

Nico van Kampen (Leiden, 1921) is een vooraanstaande Nederlandse theoretisch natuurkundige en kan terugblikken op een loopbaan van ongeveer een halve eeuw. Een groot deel van zijn werk was gewijd aan onderzoek van fluctuaties en stochastische aspecten van het gedrag van fysische systemen. In de bundel Het paranormale ter discussie (Studium Generale, Rijksuniversiteit Utrecht, april 1992) staat: `Prof. dr. N.G. van Kampen is hoogleraar geweest aan het Instituut voor Theoretische Fysica van de Rijksuniversiteit te Utrecht en is thans met emeritaat. Hij houdt van natuurkunde en niet van flauwekul.' Deze directheid laat hij ook in zijn boek zien: `Dit boek is mijn wraak, een afrekening met de baaierd van onzin die me mijn leven lang is opgedrongen onder het mom van wijsheid.' (p.ix) De schrijver houdt woord.

Recent, in 2000, is bij World Scientific een verzameling artikelen verschenen onder de titel Views of a Physicist: Selected Papers of N.G. van Kampen. In zijn inleiding stelt Gerard 't Hooft (Nobelprijs natuurkunde 1999) dat zijn wenkbrauwen zo nu en dan omhoog gingen bij het lezen ervan. In die verwondering staat 't Hooft vermoedelijk niet alleen.

Het Engelstalige boek met verspreide geschriften telt ruim 290 bladzijden en kost bijna 70 euro. Waanwetenschap, dat aangekondigd werd als een Nederlandse versie, telt ruim 160 bladzijden en kost minder dan een kwart. Daarvoor moeten we helaas wel een en ander aan moois missen zoals zijn inaugurele rede en artikelen over grote fysici, waaronder zijn leermeester H.A. Kramers (1894-1952). Een direct in het oog springend verschil tussen deze twee boeken is dat in Waanwetenschap formules ontbreken, terwijl ze in zijn `verspreide geschriften' niet worden geschuwd. Het Engelstalige boek is vooral geschikt voor wetenschappers en studenten natuurkunde, terwijl Waanwetenschap bedoeld is voor iedereen die belangstelling voor wetenschap heeft.

Van Kampen heeft merkwaardige citaten verzameld met evident onzinnige inhoud. Die heeft hij op een rij gezet in de eerste hoofdstukken van het boek. Hij zegt zelf: `Sommige lezers zullen mijn opsomming overdadig vinden, maar ik hoop dat zij ook wel eens zullen grinniken en zich verbazen over zoveel verkeerd gerichte denkarbeid.' (p. xi) Voor veel lezers van ons blad zal het misschien weinig nieuws bevatten. Een collega heeft het boek gekocht na zich vermaakt te hebben over het eerste hoofdstuk.

In hoofdstuk 5, getiteld `Woordenkraam', bekritiseert Van Kampen taalgebruik waarvan het niet de bedoeling is om informatie te verstrekken, maar alleen om indruk te maken. Lubbers `grootmeester van de woordenkraam' zei ooit: `Voor de voet weg moet dit probleem worden neergetunneld in een motie, om langs deze weg in lijn met de afspraken met het kabinet al zwaluwstaartend de pijnpunten snelstens en bestens af te concluderen. Daarom moet het tekort op Volksgezondheid eerstens worden versleuteld en verspijkerd, waarvoor een tijdpad dient te worden afgekocht en verschmerzt.' (p.24) Prietpraat is een variant ervan, maar houdt de schijn op, niet door zwaarwichtige woorden, maar door een overdaad aan woordjes. Bij een afscheid van een hoogleraar psychologie werd bijvoorbeeld gezegd: `Wederzijds is een stuk mogelijkheid om elkaar over en weer op een behoorlijke manier te beïnvloeden verdwenen.' (p.28). Misologie is de afkeer van logica, maar Van Kampen gebruikt de term als aanduiding voor miserabele logica. `Er is een vak, argumentatieleer genaamd, dat probeert alle voorkomende logische fouten te analyseren en van namen te voorzien', stelt Van Kampen. Argumentatieleer is echter het interdisciplinaire vak dat onderzoekt hoe mensen hun standpunten tegenover anderen proberen te verdedigen.

In het hieropvolgende achtste hoofstuk, getiteld `Natuur en techniek', zet Van Kampen een aantal vreemde opvattingen op een rij over techniek beginnend met het harden van Damasceense zwaarden in een bad van urine van roodharige maagden en eindigend met het perpetuüm mobile. Natuurkunde komt vooral ter sprake in de hoofdstukken Entropie, Statistische Mechanica en Quantummechanica (9, 14 en 18).

Statistische mechanica houdt zich bezig met systemen van een groot aantal deeltjes, zoals bijvoorbeeld een gas bestaande uit moleculen. In de ontwikkeling van deze belangrijke natuurkundige discipline heeft subjectieve waarschijnlijkheid een belangrijke rol gespeeld, maar hiervoor is in een volwassen natuurkundige theorie geen plaats. Er wordt bijvoorbeeld, en dat geschiedt ook in leerboeken, een beroep gedaan op onwetendheid over de precieze toestand van de moleculen om gelijke apriori waarschijnlijkheden voor alle mogelijke toestanden te rechtvaardigen. `Statistische mechanica gebaseerd op waarschijnlijkheidspostulaten in plaats van op de dynamica van moleculen, kan niet haar eigen geldigheidsgrenzen aangeven. Dat kenmerkt zo'n benadering als een waanwetenschap', concludeert Van Kampen (p.84).

Alarmerende uitspraken

Kwantummechanica is in de jaren 1920 bedacht om het gedrag van kleine deeltjes zoals atomen en elektronen te kunnen begrijpen, omdat de klassieke (Newtonse) mechanica voor hen niet opgaat. Deeltjes worden niet als kleine kogeltjes voorgesteld, maar zijn objecten met eigenschappen van zowel een golf als een deeltje. Dergelijke objecten kennen we niet uit de dagelijks leven en we kunnen ons er geen beeld van vormen. Zo'n object kan alleen maar wiskundig worden beschreven met behulp van de golffunctie y. De Schrödingervergelijking, die het tijdsverloop van y beschrijft, speelt in de kwantummechanica dezelfde rol als de bewegingswetten van Newton voor kogeltjes.

Van Kampen stelt dat het dilemma van deeltje versus golf nu op de achtergrond is geraakt (het is nog wel onderwerp in populariserende boekjes) en dat thans de vraag vooral is: `wat voor ding is y'. De golffunctie vertelt ons alleen voor elk plaats in de ruimte wat de kans is om het deeltje daar aan te treffen. `[I]n de quantummechanica wordt de kans als een onmisbaar onderdeel in de fundamentele theorie ingebouwd.' (p.119) Het hangt van de `omstandigheden' af of men een deeltje als een golf of als een deeltje waarneemt. Omstandigheden worden gevormd door de proefopstelling die de waarnemer gekozen heeft om het object te observeren.

In populaire werken is moderne natuurkunde vaak voorgesteld als mysterieuze en onbegrijpelijke theorie. Vooral de `quantummechanica wordt vaak voorgesteld als een formalisme dat eigenlijk boven het menselijke verstand gaat' (p.xii), schrijft de auteur in zijn inleiding. Hij distantieert zich van alarmerende uitspraken als: `De waarnemer creëert zijn eigen werkelijkheid', en als: `Er bestaat geen objectieve realiteit.' (p. 118). De waarheid is namelijk dat de waarnemer alleen maar de proefopstelling kiest en de natuur beslist wat de waarnemer te zien krijgt. `Deze hele discussie omtrent de "interpretatie van de quantummechanica" is een schandvlek op de natuurkunde als rationele wetenschap.' (p.127) Dat vind ik wat overdreven gesteld, hoe graag ik ook zou willen dat meer natuurkundigen in het bezit zouden zijn van een nuchterheid à la Van Kampen.

Wetenschap en filosofie

De schrijver begint met een opsomming van schimpscheuten in alle talen als hij over filosofie begint. Hij citeert Multatuli: `Duisterheid en diepzinnigheid zyn voor de velen die het begrypen niet gewoon zyn, zaken van gelyken aard, en veel beroepswysgeren maakten van deze begripsverwarring te allen tyde een zeer onzedelyk gebruik.' Van Kampen vindt wijsbegeerte - in de traditionele zin beoefend - een waanwetenschap. Hij noemt als symptomen: onzindelijk redeneren, het ontbreken van toetsing aan objectieve waarnemingen en een ongezonde eerbied voor woorden. `De ervaring heeft geleerd dat zulke redeneringen niet de juiste manier zijn om kennis van de wereld om ons heen te verkrijgen. In de loop der eeuwen werden wijsgerige speculaties stap voor stap teruggedrongen door de groeiende kennis die uit de wetenschap voortkwam.' (p. 97) Voor wetenschapsfilosofen blijft `geen andere bezigheid dan het samenstellen van een kroniek die beschrijft hoe de wetenschap in werkelijkheid beoefend werd tot nu toe, zonder te hopen op algemene regels, laat staan op voorschriften voor de beoefening in de toekomst.' (p.102)

Over sociologie, waarover het negentiende en laatste hoofdstuk gaat, is de auteur misschien optimistischer: `Sociologie is een moeilijk onderwerp, dat grondig nadenken door onafhankelijke onderzoekers behoeft om tot een wetenschap uit te groeien - als dat mogelijk is.' Met onafhankelijk bedoelt hij gedreven alleen door `de drang om eventueel bestaande samenhangen op te sporen' en niet gestoord door onder andere eisen van nut en toepasbaarheid. `Men houdt zijn hart vast voor de huidige ontwikkeling van de natuurkunde, nu ook in dit vak de kruideniersmentaliteit - pardon, het marktdenken - veld wint' (p.136), besluit Van Kampen.

Tot slot: waarom moet men dit boek lezen? Dit boek is geschreven door de grand old man van de Nederlandse natuurkunde. Hij legt voor een breed publiek natuurkunde uit, zonder dat hij zich daarbij verliest in onnauwkeurigheden. Mijns inziens had Van Kampen bij de behandeling van onderwerpen buiten zijn vakgebied vaak wat grondiger te werk kunnen gaan, terwijl hij zijn lezers ook daar aanzet tot zelf nadenken. De eerste hoofdstukken vind ik te opsommend. Daar staat tegenover dat veel mensen die opsommingen juist amusant zullen vinden. Alles bij elkaar is Waanwetenschap een beknopt, gevarieerd en interessant geschreven boek over wetenschap en over dat wat alleen maar wetenschappelijke pretentie heeft.

Bart Koene is fysicus en lid van de Werkgroep Geneeskunde van Stichting Skepsis

N.G. van Kampen. Waanwetenschap. Epsilon Uitgaven, Utrecht, Euro 16,=.

© Copyright 2002 by Dr. L. Koene, The Netherlands

Reacties of commentaar: Bart Koene

To Skeptic Links, Servers, Articles